Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Pakhuismeester

betekenis & definitie

m. (-s),

1. opzichter van een pakhuis.
2. bep. ambtenaar der O.-I. Compagnie en later van het gouvernement, belast met het toezicht op de pakhuizen waarin de koloniale waren worden opgeslagen; ook in de naam van een bekende handelsfirma (pakhuismeesteren van de thee) die thee importeert.

< >