Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Mogendheid

betekenis & definitie

v. (…heden),

1. (veroud.) , macht, kracht: wie zal de mogendheden des Heren uitspreken? (Ps. 106 : 2);
2. souvereine staat: vreemde mogendheden; een bevriende mogendheid; een martieme mogendheid, die machtig is ter zee; de grote mogendheden.

< >