Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Instinct

betekenis & definitie

(<Lat.), o. (-en), natuurdrift; inz. aandrift tot onbewust doeltreffend handelen: het instinct tot zelfbehoud; blind instinct; het instinct der dieren is vaak verwonderlijk; bij instinct; — (bij uitbr.) ingeschapen, inwendig gevoel dat tot handelen aanspoort: alleen uit instinct handelde hij aldus ; — (oneig.) aangeboren geestesgave ; intuïtie: het vrouwelijk instinct.

< >