Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie S
- Strooipoeier
- Strooisel
- Strooister
- Strooisuiker
- Strooisuikertjes
- Strooivuur
- Strooizand
- Strook
- Strookdraad
- Strookje
- Strookkaart
- Strooklat
- Strooksgewijze
- Stroom
- Stroom loop
- Stroomaanwijzer
- Stroomaf
- Stroomafnemer
- Stroomafwaarts
- Stroomanker
- Stroombaak
- Stroombaan
- Stroombaken
- Stroombed
- Stroombedding
- Stroombesparing
- Stroomboei
- Stroombreedte
- Stroombreker
- Stroombron
- Stroombuis
- Stroomcapaciteit
- Stroomdal
- Stroomdam
- Stroomdicht
- Stroomdichter
- Stroomdichtheid
- Stroomdraad
- Stroomdrijven
- Stroomdrijver
- Stroomduiker
- Stroomengte
- Stroomgebied
- Stroomgebruis
- Stroomgeleider
- Stroomgeul
- Stroomgod
- Stroomgodes
- Stroomgodin
- Stroominductie
- Stroomkaart
- Stroomkabel
- Stroomkaveling
- Stroomkering
- Stroomketen
- Stroomkoppel
- Stroomkring
- Stroomkromme
- Stroomlaag
- Stroomleider
- Stroomlevering
- Stroomlijn
- Stroomlijnauto
- Stroomlijnen
- Stroomlijnlocomotief
- Stroomlijnvorm
- Stroomlijnwagen
- Stroomling
- Stroomloos
- Stroommaagd
- Stroommerkteken
- Stroommeter
- Stroommeting
- Stroommossel
- Stroomnaad
- Stroomnajade
- Stroomnat
- Stroomnet
- Stroomnimf
- Stroomomlegger
- Stroomonderbreker
- Stroomop(waarts)
- Stroompijler
- Stroompje
- Stroomprijs
- Stroomprofiel
- Stroomrafeling
- Stroomregelaar
- Stroomregeling
- Stroomrichting
- Stroomrijk
- Stroomscherm
- Stroomschot
- Stroomsgewijs
- Stroomslag
- Stroomsleutel
- Stroomsluiter
- Stroomsnelheid
- Stroomsplitsing
- Stroomstelsel
