Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- Rouwdragende
- Rouwdrager
- Rouwen
- Rouwenvelop(pe)
- Rouwfloers
- Rouwgebruik
- Rouwgedicht
- Rouwgeld
- Rouwgeschrei
- Rouwgewaad
- Rouwgoed
- Rouwhandschoen
- Rouwhoed
- Rouwig
- Rouwigheid
- Rouwjaar
- Rouwjapon
- Rouwkamer
- Rouwkapel
- Rouwkevers
- Rouwklaagster
- Rouwklacht
- Rouwklagen
- Rouwklager
- Rouwkledij
- Rouwkleding
- Rouwkleed
- Rouwkleur
- Rouwkoets
- Rouwkoop
- Rouwkrans
- Rouwkrip
- Rouwkwikstaart
- Rouwlak
- Rouwletter
- Rouwlied
- Rouwlint
- Rouwloge
- Rouwmaal
- Rouwmantel
- Rouwmis
- Rouwmoedig
- Rouwnagels
- Rouwpaard
- Rouwpak
- Rouwpapier
- Rouwplechtigheid
- Rouwpost
- Rouwrand
- Rouwsantje
- Rouwsleep
- Rouwsluier
- Rouwstaatsie
- Rouwstoet
- Rouwstrik
- Rouwteken
- Rouwtijd
- Rouwtuig
- Rouwversiering
- Rouwviolier
- Rouwvlag
- Rouwvlinder
- Rouwwagen
- Rouwwinkel
- Rouwzaal
- Rouwzang
- Roux
- Roven
- Rover
- Roverbende
- Rovergeschiedenis
- Roverhoofdman
- Roverij
- Roverkapitein
- Roversbende
- Rovershol
- Roverskoop
- Roversnest
- Roversrot
- Rovescio, al
- Row
- Rowilg
- Royaal
- Royaalpapier
- Royalisme
- Royalist
- Royalistisch
- Royaliteit
- Royalty
- Royement
- Royementskosten
- Royementspremie
- Royementsregister
- Royeren
- Royering
- Roze
- Roze wied
- Rozeblad
- Rozeboom
- Rozebot
