Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Eender

betekenis & definitie

I. bn., de-, hetzelfde, gelijk: dat is eender; vogels van eender veren; geen twee mensen zijn eender; twee eendere vaasjes; dat is mij eender, hetzelfde, ik maak geen verschil, heb geen voorkeur; ’t is eender wat, om het even wat;

II. bw., op dezelfde wijze: zij zijn eender gekleed; hij deed het net eender.

< >