Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Credo

betekenis & definitie

(Lat.), o. (-’s), geloofsbelijdenis, geloof (naar het eerste woord der Apostolische geloofsbelijdenis); (fig.) belijdenis ener diepe, innige overtuiging; — (R.-K.) deel der mis waarin het Credo wordt gezegd of gezongen (volgend na het Evangelie).

< >