Gr. Androme'da, dochter van de Aethiopische koning Ce'pheus; haar moeder Cassiope'a beweerde dat zij de nereïden in schoonheid overtrof, waarom Poseidon een zeemonster zond dat het land verwoestte. Slechts door Andromeda te offeren aan dat monster kon het land bevrijd worden.
Toen zij, aan een rots vastgeklonken, door het zeemonster werd bedreigd, doodde Perseus het monster en nam haar als vrouw mede naar Griekenland, nadat hij op de bruiloft Phi'neus, aan wie zij eerst beloofd was, met behulp van het Medusahoofd had gedood. (Ovid., Met. 4,603 vg.).