soesa [drukte]. In een oppervlakkig maar niet onaardig stukje over de Maleise taal in het tijdschrift Vreemd en Eigen, 2e jaargang, aflevering 8, p. 107, wordt de volgende opmerking gemaakt: ‘De woorden soesah en senang, die een tegenstelling vormen, spelen een groote rol in het Maleisch. Met soesah bestempelt de Maleier alles wat hem onaangenaam aandoet, wat hem zorg of vrees inboezemt, hem benadeelt of in zijn plannen dwarsboomt. Slecht weer, veel muskieten, honger, geldverlies enz. is soesah; een onwelkome gast maakt soesah, en de laatste en grootste soesah is de dood. Als de Maleier geen soesah heeft, dan voelt hij zich senang. Senang is bijgevolg alles wat aangenaam aandoet: een flink en mak paard vindt hij senang, gemakkelijke schoenen en goed passende klederen zijn senang, ook een mensch kan in den omgang senang zijn.’
Aan het begrip door senang uitgedrukt, beantwoordt in de taal van de Indo-Europeanen in de meeste gevallen het woord lekker, maar het woord soesah, ook in het Javaans en Soendaas gebruikelijk, is bij hen even algemeen als bij de inlanders zelf, en is door hen ook naar Europa overgebracht, waar het zelfs niet meer tot de Indische families beperkt bleef, maar een gewoon woord van het dagelijks leven is geworden, in het bijzonder om de kleine zorgen en beslommeringen in de huishouding aan te duiden. Met ons soezen en soes heeft het woord natuurlijk niets te maken.
Gepubliceerd op 15-08-2017
soesa 1
betekenis & definitie