Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

Gepubliceerd op 15-08-2017

klapper

betekenis & definitie

klapper [kokosnoot]. Is een verhollandsing van het Maleise en Soendase kelapa, hoog-Javaans kelapa. Onze oude schrijvers schoeiden dit op Latijnse leest en maakten er calappus of clappus van, evenals soms jatus van jati. Later is dat in de volksmond tot klapper overgegaan en maakte men samenstellingen als: klapperboom, klapperolie, klappertor, enz. Deze drie woorden hebben in Holland een heel andere betekenis dan in Indië: klapperboom is daar: ratelpopulier, klapperolie is: papaverolie en klappertor: tor die bij het vliegen een ratelend geluid maakt. Het jongstleden verschenen Franse woordenboek van Valkhoff is het eerste dat Indië lexicografisch eens recht laat wedervaren, waar de vierde druk van Servaas de Bruins Nederlands-Engels woordenboek nog zit te scharrelen met klappernoot = bladder-nut en klapperolie = poppy-oil. [Zie ook kokos.]

< >