mopperen, kankeren
‘Godvermiljaar!’ sakkerde moeder terwijl ze in een slordig dichtgeknoopte, vuile kamerjas in het deurgat verscheen. Ze greep haar dochter bij de arm en sleurde haar zonder veel verzet naar binnen.
(Geertrui Daem, Het verdeelde huis)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 5
Vlaamsheid: 6
Gepubliceerd op 21-07-2020
sakkeren
betekenis & definitie