onbeschoft persoon (informeel)
Ik sta op wacht en noteer elke onbeschofterik die vergeet zijn pet af te nemen, en deel zijn naam mee aan Hij-die-onbereikbaar-is, als we straks aan tafel zitten, en moeder met het broodmes dat ik nodig een dezer dagen moet begraven, grote sneden brood snijdt.
(Walter Van den Broeck, De troonopvolger)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 1
Vlaamsheid: 3
Gepubliceerd op 21-07-2020
onbeschofterik
betekenis & definitie