prikken aan/met een brandnetel
Dat was een snep, een gier van een snep, een pinneken-nauw, altijd kankerend, altijd zuur en citroen; een onhebbelijke ekster, kruidje-roer-me-niet, te proper, te moeial, te deftig, te van alles; dom, hoovaardig, jaloersch. Ik kan er niet genoeg kwaad van zeggen. Een vrouw om dood te netelen.
(Felix Timmermans, Adriaan Brouwer)
Het Belgisch-Nederlands heeft een specifiek woord voor 'zich prikken aan een brandnetel', maar niet voor contact met doorns, distels en dergelijke.
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 1
Vlaamsheid: 2
Gepubliceerd op 21-07-2020
je/iemand netelen
betekenis & definitie