iemand iets opsolferen

betekenis & definitie

iemand iets aansmeren/opdringen

Ik heb hen een keertje bij zo’n absurde schoonmaakwoede betrapt, toen ik eindelijk dan toch die barbecue voor mijn vrienden organiseerde op die verdomde bungalow die ik mij door haar had laten opsolferen. De afspraak was dat ze zich nergens wat van zouden aantrekken, ik zou alles zelf prepareren en aanrechten. Maar ik rijd het oprijlaantje in en ik zie haar staan, in haar badpak, op het vervaarlijk afhellende dak dat gemaakt is van roze golfplaten die ze verwoed staat te schrobben, want er groeit hier en daar wat mos op. Ik: ‘[verbolgen roepend] Denk je nu echt dat mijn vrienden controleren of jouw dak proper genoeg is voor ze beginnen te barbecueën op de begane grond?’ Zij: ‘[terugroepend] Ge weet maar nooit, met die vrienden van u. Er zijn er die meer verstand hebben van schrobben en naaien dan ik.’ Mijn vader stond inmiddels - niemand gelooft het als ik het vertel, maar het is waar- het gazon te stofzuigen.
(Tom Lanoye, Sprakeloos)

Solfer en sulfer zijn andere woorden voor zwavel.

Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 2
Vlaamsheid: 4