garagedeur
Een bestelwagen reed uit de garage de straat op, stopte, de jongeman sprong eruit, deed de garagepoort op slot, vergrendelde het hek, stapte weer in het voertuig en vertrok.
(Elvis Peeters, De ontelbaren)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 6
Vlaamsheid: 7
Gepubliceerd op 21-07-2020
garagepoort
betekenis & definitie