zachtjes praten, fluisteren (informeel)
Ze leerden je woorden te haten. Het woord ‘fezelen’ bijvoorbeeld. Zij mochten mekkeren zoveel als ze wilden, maar dat heette ‘praten’. Kinderen hadden per definitie niets te zeggen. Die ‘fezelden’.
(Kristien Hemmerechts, Donderdagmiddag halfvier)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 2
Vlaamsheid: 5
Gepubliceerd op 21-07-2020
fezelen
betekenis & definitie