Definities van Typisch Vlaams woordenboek in de Ensie D
- dodo doen
- doelwachter
- doen
- doenbaar
- doening
- dokkeren
- dokteres
- dollekoeienziekte
- domiciliëring
- dominostekker
- dompelaar
- dondervlaag
- doodbraaf
- dooddoen
- doodgaarne
- doodgeverfde
- doodrijder
- doodsbrief
- doodsgevaar
- doodsgevaarlijk
- doodsprentje
- doofpot
- doom
- doopsuiker
- doordoen
- dooreen
- doorgedreven
- doorheen een periode
- doorheen een ruimte
- doorkoud
- doormeter
- doorwegen
- doorwinterd
- doos
- dop
- dopgeld
- doppen
- dossier
- dotatie
- dovemansgesprek
- draagberrie
- draaitrap
- draperie
- dras
- drempelgeld
- drie man en een paardenkop
- driegen
- drink
- drinkbaar water
- drinkbus
- drinkgeld
- droge haring
- droogkast
- droogkuis
- droogzwierder
- drugstrafiek
- druil
- druivelaar
- drukkingsgroep
- drukkingsmiddel
- drummen
- dubbel en dik
- dubbelmandaat
- duffelcoat
- duidingsmagazine
- duimspijker
- duivel-doet-al
- duivenkot
- duiver
- duplex
- durven zeggen
- duts
- duwen op een bel/knop
- dwarsen
- dwarslat
- dwazerik
- dynamiteren