Definities van Typisch Vlaams woordenboek in de Ensie A
- alleenverdeler
- allergisch aan
- alles bijeen
- alleszins
- allez
- alluderen op
- allusie maken op
- almeteens
- alpijns skiën
- als een hond in een kegelspel
- als een olifant in een porseleinwinkel
- als ik klein was
- als ik me niet bedrieg
- als ik van u was
- als van de hand Gods geslagen zijn
- alsjeblieft
- alsof de duvel ermee gemoeid is
- alvast
- alvorens
- amai
- amateur
- ambetant
- ambetanterik
- ambeteren
- ambras
- ambulancier
- amen en uit
- américain préparé
- amigo
- ancien
- andere katten te geselen hebben
- andersvalide
- angine
- ankerman
- antigel
- apenjaren
- aperitiefconcert
- apotheekkast
- appareil
- appartementsgebouw
- appelaar
- appelsien
- appelspijs
- appetijt
- applausvervanging
- aprilse grillen
- aprilvis
- arbeidsgeneesheer
- arbeidsgeneeskunde
- arbeidskamer
- arbeidsonbekwaam
- arbeidsongeval
- Ardeens
- arduin
- armbanduurwerk
- armoezaaier
- armtierig
- arsenaal
- artikels
- artisanaal
- artisanaat
- artisanale bakker
- asse
- autobatterij
- autocar
- autoconstructeur
- automecanicien
- automobielinspectie
- autopiloot
- autostop doen
- autostrade
- autotaks
- autovoerder
- autozoektocht
- avant-première
- avondkledij
- avondkleed
- avondmalen
- awel