(Fr.: divergence; Du.: Divergenz; Eng.: divergence), in het algemeen: spreiding, het uit elkaar gaan, gezegd van o.a. de termen van een reeks, van lijnen en in de geometrische optica van lichtbundels wanneer de stralen vanuit één punt lijken te komen. Het tegenovergestelde begrip heet convergentie. In de mathematische fysica is divergentie de uitstroming van een onsamendrukbare vloeistof uit een bron.
Meer algemeen spreekt men van divergentie bij alle verschijnselen die op dezelfde wijze als vloeistofuitstroming behandeld kunnen worden (zie Elektromagnetisme), d.w.z. bij alle vectorvelden.
In de vectoranalyse verstaat men onder de divergentie van een vectorveld v met componenten vx, vy, vz in een cartesiaans coördinatenstelsel, x, y, z de uitdrukking
∇ ∙ v, waarbij ∇ de nablaoperator is. In uitgeschreven vorm:
div v ≡ (∇ ∙ v ) = ∂vₓ/∂x + (∂vy/∂y) + (∂vz/∂z)