Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 23-12-2024

BANKSCHROEF

betekenis & definitie

(Fr.: étau d’établi; Du.: Schraubstock; Eng.: vice), een klemschroef bevestigd aan een werkbank voor het vastzetten in een geschikte stand van werkstukken van hout of metaal die bewerkt moeten worden.

Voor de houtbewerking bestaat de eenvoudigste uitvoering uit een losse houten verticale plank die door een schroefspil, vroeger van hout doch tegenwoordig van staal, tegen de voorzijde van de werkbank kan worden geklemd en waartussen de werkstukken kunnen worden vastgezet. Modernere uitvoeringen zijn geheel van staal voorzien van parallelgeleiding en vaak van een snelspaninrichting, waarmede de losse bek door schuiven tot tegen het werkstuk kan worden gebracht; vervolgens is draaien van de spil over ca. ¼ slag voldoende om het werkstuk in te klemmen.

De staartbankschroef is de oudste vorm van een bankschroef voor de metaalbewerking, met het nadeel dat de losse bek door de scharnierwerking slechts in één stand evenwijdig met de vaste bek is; in alle andere standen geschiedt het klemmen door de scherpe kanten van de bekken met kans op beschadiging van het werkstuk. Deze staartbankschroef wordt alleen nog voor grof werk gebruikt.

Met de parallelbankschroef is het mogelijk het evenwijdig blijven van de bekken onder alle standen te waarborgen; deze bankschroeven worden ook met snelspaninrichtingen uitgevoerd.

Er bestaan tal van variaties op het oorspronkelijke type van de parallelbankschroef, zoals de schroef met de zijwaartse bekken, de omkeerbare bankschroef, de draaibare schroef voor de draaibank, de kantelbare bankschroef en de kogelbankschroef.

< >