(Fr.: astate; Du.: Astat, Astatin; Eng.: astate) of astatium, symbool At, radioactief chemisch element met atoomnummer 85. Astaat is het vijfde lid van de groep der halogenen in het Periodiek systeem der elementen. Het werd in 1940 door D.R. Corson, K.R. McKenzie en E. Segrè verkregen door beschieting van bismut met alfadeeltjes van 30 MeV. Thans zijn 20 At-isotopen (201...220) bekend, waarvan de halveringstijd varieert van 10−6 seconden tot 8,3 uur (astaat-210). Alle zijn radioactief; de meeste gaan onder alfastraling over in een bismutisotoop. Door K-vangst gaat astaat-210 over in polonium-210. De isotopen 215, 216 en 218 zijn desintegratieprodukten van de drie radioactieve families en de enige in de natuur voorkomende astaatisotopen (zie ook Radioactieve reeks).
Als zwaarste halogeen is astaat nog sterker elektropositief dan jood en doet het in zijn chemische eigenschappen aan een metaal denken. Door H2S wordt het zelfs uit sterk zure oplossing als sulfide neergeslagen. Er is echter ook overeenstemming met de andere halogenen. Met behulp van Cs2 is het uit een waterige oplossing in de vorm van At2 te extraheren. Door reductie met zwaveligzuur ontstaat At−. Aangezien echter HAt gemakkelijker geoxideerd wordt dan de andere waterstofhalogeniden, kan het door reductie met H2SO3 verkregen At−, na aanzuren met salpeterzuur, slechts onvolledig met zilvernitraatoplossing worden neergeslagen als AgAt. Zoals te verwachten, is astaat minder vluchtig dan jood.