Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 15-01-2025

ADRESSEERMACHINE

betekenis & definitie

(Fr.: machine à adresser; Du.: Adressiermaschine; Eng.: addressing machine), of data plaat-systeem, machine waarmee, nadat eenmaal een beperkt aantal gegevens over personen, bedrijven, zaken en/of dingen zijn vastgelegd, deze bij regelmaat kunnen worden gereproduceerd, al dan niet met een voorafgaande selectie.

Adresseermachines hebben twee toepassingsgebieden:

1. het adresseren van poststukken;
2. de opslag van veelvuldig te reproduceren gegevens, voorzover deze in een beperkte ruimte moeten worden opgeslagen.

Adresseermachines bestaan uit de volgende onderdelen:

1. de informatiedrager in reproduceerbare vorm;
2. de opberginrichting hiervoor;
3. apparatuur voor het vervaardigen van de informatiedrager;
4. apparatuur voor het reproduceren van de informatie vanaf de informatiedrager;
5. hulpapparatuur voor selectie van de verschillende informatiedragers en verdere verwerking hiervan.

Alvorens tot een nadere uitwerking van de toepassingsgebieden te komen worden eerst de verschillende onderdelen van de adresseermachine behandeld.

De informatiedrager.

De aard van de informatiedrager hangt af van het drukprocédé waarop de adresseermachine is gebaseerd. Dat kan zijn: hoogdruk, vlakdruk en zeefdruk (zie Druktechnieken).

De informatiedrager bij hoogdrukadresseermachines bestaat uit een plaatje van een tamelijk ductiel maar toch voldoend slijtsterk materiaal, meestal uit lichtmetaal, ook wel uit zink of staal, en, ten behoeve van informatiedragers die veel getransporteerd moeten worden, uit kunststof (bijv. een betaalpas). De capaciteit, afhankelijk van de grootte en het gebruikte lettertype ligt tussen de 200 en 400 tekens per informatiedrager. De informatie op de informatiedrager bestaat meestal uit normale alfanumerieke gegevens (gegevens bestaande uit cijfers en lettertekens door elkaar). Het is echter mogelijk de informatie te laten bestaan uit door de computer te lezen tekens zoals het OCR-schrift of een streepcode. De gedupliceerde informatie van een op die wijze beschreven informatiedrager kan dan rechtstreeks in de computer ingevoerd worden.



Vlakdrukadresseermachines
werken volgens het hectografeerbeginsel. De informatie wordt op een blad papier getypt, waarachter zich een vel op carbonpapier gelijkend blad bevindt, dat bedekt is met een pasta die hectografeerinkt bevat. Op de achterzijde van het beschreven papier bevindt zich dan de informatie in spiegelschrift.

Het beginsel van zeefdrukadresseermachines is dat een blad (van gewaste zijde bij de zgn. silkscreen, van een speciale soort papier bij de stencildruk) plaatselijk doorlatend wordt gemaakt voor inkt, doordat het materiaal wordt gekwetst door de aanslag van een schrijfmachineletter of de druk van een tekenstift. Bij het afdrukken wordt de inkt door de gekwetste platen heen gedrukt en vormt dan een afdruk.

Bij zowel vlakdruk als zeefdruk is de capaciteit ongeveer gelijk aan die bij hoogdruk. De informatiedragers worden bij zowel zeefdruk- als vlakdrukadresseermachines gevat in kartonnen of plastic raampjes, waarin afhankelijk van het merk ook de ruiters en/of de geponste gaatjes voor de selectie worden aangebracht.

Opberginrichting voor informatiedragers.

Bij alle drie systemen zijn er door de leverancier opbergmogelijkheden gemaakt; dit kunnen kaartenbakken zijn maar ook kasten waarin de plaatjes boven elkaar worden ingeschoven. De uitvoeringen zijn sterk afhankelijk van soort en merk adresseermachine.

Apparatuur voor het vervaardigen van de informatiedrager.

Bij het hoogdrukprocédé moet men gebruik maken van een speciale ponsmachine. Deze machines bestaan in verschillende uitvoeringen, van eenvoudige handponsmachines tot en met door extern vervaardige informatiedragers (zoals ponsband en magneetband) gestuurde machines. Eveneens is het

mogelijk tegelijkertijd met het vervaardigen van de informatiedrager voor de adresseermachine ook een informatiedrager te vervaardigen voor bijv. een computer.

Bij zowel het vlakdruk- als het zeefdrukprocédé maakt men voor het vervaardigen van de informatiedrager gebruik van een normale schrijfmachine, al dan niet uitgerust met een hulpstuk; uiteraard kan men hiervoor ook gebruik maken van een automatische schrijfmachine (zie Tekstverwerkingsmachine).

Apparatuur voor het reproduceren van de informatie vanaf de informatiedrager.

Bij het hoogdrukprocédé maakt men een afdruk, door de door het ponsen in hoogreliëf ontstane informatie met behulp van een inktlint af te drukken. Ook kan men met behulp van bijv. carbonpapier doorslagen vervaardigen. Deelafdrukken van de op de informatiedrager aanwezige informatie is goed mogelijk.

Bij het vlakdrukprocédé wordt de in hectografeerinkt geschreven informatie bevochtigd met alcohol, waarna bij aandrukken op een papieren informatiedrager een afdruk ontstaat.

Bij het zeefdrukprocédé wordt inkt door de gekwetste plaatsen heengedrukt op de daaronder liggende papieren informatiedragers; deeldruk is mogelijk.

Bij al deze machines zijn verschillende uitvoeringen verkrijgbaar, vanaf zeer eenvoudige handmachines tot en met zeer snelle automatische machines die alle nevenfuncties zoals aanvoer van papier, selecteren van de informatiedragers en transport verrichten. Ook de deeldrukmogelijkheid bij hoogdruk en zeefdruk wordt door deze machines geregeld.

Levensduur van de informatiedrager.

De levensduur bij het vlakdrukprocédé is beperkt tot 50 tot 150 afdrukken; bij de beide andere systemen is de levensduur praktisch onbeperkt.

Aanbrengen van selectiecodes.

Bij het hoogdrukprocédé wordt de code aangegeven door ruiters en ingeponste nokken; bij het vlakdrukprocédé vindt de selectie plaats door de kleur van de raampjes en kan niet door een machine geschieden, bij het zeefdrukprocédé door middel van ponsgaatjes.

De selectie wordt door de machine gedaan naar de code die is aangebracht. Dit moet gebeuren door hulpapparatuur die is afgestemd op de codering en de ingewikkeldheid van de selectie. De grootste selectiemogelijkheden heeft het hoogdrukprocédé met tot ca. 625 keuzegroepen. Ook kunnen door de codes andere machines worden gestuurd, die dan verdere verwerkingen verrichten, zoals rekenmachines, indien er naast de gereproduceerde informatie ook nog rekenwerk afgedrukt moet worden.

Toepassingsgebieden.

Veel gebruik van adresseermachines wordt gemaakt bij het adresseren van poststukken. Onder adres wordt hier verstaan: naam, straat, woonplaats. Alle drie methoden van reproduktie zijn hiervoor geschikt. Heeft men een adres maar een klein aantal malen nodig dan dient men gebruik te maken van een adresseermachine volgens het vlakdrukprocédé, omdat dit procédé relatief goedkoop is en het hier geen bezwaar is dat dit procédé, na vijftig keer gebruik, niet meer in staat is om een goede afdruk te leveren; gebruikt men het adressenbestand meer dan vijftig keer, dan moet men een van de andere twee procédés gebruiken.

Grote adresbestanden worden tegenwoordig steeds meer op de computer gezet, omdat dan de mutaties in de adressen veel sneller verlopen. In de toekomst zal dan ook het gebruik van adresseermachines voor adresseertoepassingen steeds verder teruglopen.

De opslag van veelvuldig te reproduceren gegevens komt steeds meer in de plaats van de adresseertoepassing. Het procédé dat voor deze toepassing in aanmerking komt is het hoogdrukprocédé, omdat met dit procédé zowel deelafdrukken als doorslagen zijn te maken; bovendien is de informatiedrager goed met gebruikers mee te geven zonder dat de opgeslagen informatie beschadigd wordt. Enkele voorbeelden zijn de betaalpassen van banken en kredietkaarten van diverse bedrijven en instellingen. De cliënt die een kredietkaart bezit doet een aankoop, geeft zijn kaart af, de kassier reproduceert de gegevens door middel van een adresseermachine op een bestel- of koopbon waarop ook de bestelling of de aankoop genoteerd wordt. Er kunnen zo geen fouten ontstaan in het overschrijven van gegevens van de cliënt. De bestel- of koopbon gaat met de gegevens naar de administratie die de verdere afwikkeling voor haar rekening neemt. Is zowel de kredietkaart als de bestel- of koopbon uitgevoerd in door de computer te lezen tekens, dan hoeft de kassier alleen maar de gekochte of bestelde produktnummers en het aantal op dit formulier aan te strepen en een afdruk te maken van de kredietkaart; het formulier kan rechtstreeks door de computer ingelezen worden. Door dit systeem zijn praktisch alle overschrijffouten uitgesloten.

Met enige fantasie kan men ook indenken dat soortgelijke toepassingen in garages, ziekenhuizen enz. mogelijk zijn, waarbij dan de klant- en wagengegevens, resp. de patiëntgegevens op een hoogdrukinformatiedrager zijn geponst. De ontwikkeling in deze richting zal in de toekomst steeds verder gaan, te meer daar door verder gaande automatisering steeds meer behoefte ontstaat aan informatiedragers die niet beschadigen, direct door een computer zijn te lezen en goed zijn te transporteren.

< >