(Fr.: exciter; Du.: anregen; Eng.: to excite), ook exciteren, in het algemeen het brengen van een systeem in een toestand met hogere inwendige energie, meer in het bijzonder wanneer deze inwendige energie zich manifesteert als een trillingsverschijnsel; zo wordt bijv. gesproken over het aanslaan van een snaar.
De term wordt in de kernfysica gebruikt om processen aan te geven waarbij atoomkernen in een toestand met hogere inwendige energie worden gebracht en is overgenomen uit de atoomfysica, waarin met aanslaan wordt bedoeld dat het systeem van elektronen waaruit een bepaald atoom is opgebouwd, in een toestand met hogere energie wordt gebracht.De term aanslaan is in feite een overblijfsel uit een nu verouderde voorstellingswijze van het atoom, waarin de elektronen gedacht werden zich in verschillende trillingstoestanden te kunnen bevinden. In moleculen kan naast een verhoging van de energie der elektronen ook een vergroting worden veroorzaakt van de energie-inhoud van vibratie- en rotatiebewegingen.
In vaste stoffen spreekt men over het aanslaan van roostertrillingen in de vorm van gecorreleerde harmonische bewegingen van een groot aantal roosterdeeltjes, ook wel fononen genaamd. Bij metalen kent men het optreden van plasmonen, gecorreleerde trillingsbewegingen van het quasi-vrije-elektronengas ten opzichte van de zgn. rompionen.
De moderne natuurkunde heeft aangetoond dat alle aanslagprocessen gepaard gaan met de opname van discrete energiehoeveelheden. Men stelt zich daarbij voor dat er overgangen optreden tussen zgn. stationaire toestanden, die beschreven worden door golffuncties, die in het algemeen complex zijn en waarvan de tijdafhankelijkheid optreedt in de vorm van een fasefactor. De modulus van deze functies in het kwadraat, die uiteindelijk het fysische gedrag bepaalt, hangt dan niet meer af van de tijd. De golffuncties die stationaire toestanden van een systeem beschrijven, zijn eigenfuncties van de hamiltoniaan van het systeem (zie Quantummechanica). De discrete energiesprongen volgen uit de ruimtelijke randvoorwaarden, die men aan de golffuncties oplegt. In deze nieuwe voorstellingswijze heeft het aanslagproces dus betrekking op complexe (in tegenstelling tot reële) trillingsverschijnselen, die geen directe fysische interpretatie toelaten. Het begrip aanslaan is van groot belang bij de beschrijving van atomaire en sub-atomaire processen (kern-, atoom-, molecuul- en vaste stof-fysica).