‘Grif’, ontstaan uit: gerif, gerive, onbekrompen, ruim. Verwant aan: ‘gerieven', in de ruimte brengen, onbekrompen behandelen. Er zonder moeite in gaan
Veelal met de toevoeging: en droog brood eten. Wordt gezegd van iemand, die veel geld aan kleding, doch weinig aan voeding besteedt. Iemand die alles aan zijn lijf hangt