Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 19-05-2022

Barba

betekenis & definitie

f. kin; barba(s, pl.) baard; sik; m. toneelspeler die de rol van grijsaard vervult; baard van een veer; haar (van een aar e.d.); barba de ballena, balein; barba de chivo, geitebaard, sik; Barba azul, m. Blauwbaard; en las barbas de uno, in iemands tegenwoordigheid, in iemands gezicht; hacer la barba, scheren.

< >