•In Rome verschijnt de zwarte knecht met rammelende kettingen op kerstavond door de schoorsteen.
•In Sterzing (Noord-Italië) komt Sinterklaas op 5 december samen met andere personages: zwarte Moren met witte tulbanden, de witte knecht Ruprecht met baard en de Krampusse: figuren met hoorntjes die op duivels lijken. Zij straffen stoute kinderen met een veeg roet over het gezicht.
•In Italië zijn twee woorden door volksetymologische veranderingen met Sint-Nicolaas verbonden: zoethout (glycyrrhiza) werd via liquiritia uiteindelijk Niculizia (Sicilië en Catania), en basilicum werd, omdat het leek op het Griekse basilikon, VasiNikola.
•Op Sicilië draagt Sint-Nicolaas het onzelieveheersbeestje op een geschenkje te brengen als je melktand gewisseld is. Andere namen voor het onzelieveheersbeestje zijn ‘Palomella di San Nicola’ of ook Cola-cola (Cola is een verkorting van Nicola).
•De raaf heet in vele delen van Italië Cola of variaties daarop.
•Geschenken worden door Befana, een lieflijke heks, op Driekoningen (Epiphania, 6 januari) in de schoen gebracht. → Vrouwen die gaven schenken
→ Zwarte Piet.