(soldaten- en zeemanstaal) dokter of hospitaalsoldaat. Hij heeft met pappen en lappen te maken, met zieken en gekwetsten.
Reeds bij Van Ginneken.Een klep, een kaan, een paplap, een leerling misschien wist u nog niet dat een Hellevoeter daarmee een adjudant-onderofficier, een schipper, een ziekenverpleger en een jong matroosje bedoelt. (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 06/10/1926)
En misschien is de paplap d’r wel, kan ie meteen meekomen. (Jan Mens, Er wacht een haven, 1950)