Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie P
- plunjezak
- plurale tantum
- pluralis
- pluralisme
- pluralistisch
- pluraliteit
- pluriform
- pluriformiteit
- plurk
- plus
- plusfour
- plusklas
- plusminus
- pluspool
- pluspunt
- plussen
- plusteken
- plutocraat
- plutocratie
- plutocratisch
- plutonisch
- plutonium
- pluvier
- pluviometer
- pluviôse
- plv.
- Pm
- pms
- PMS
- pnd
- pneumatiek
- pneumatisch
- pneumokok
- pneumonie
- pneumothorax
- pnp
- po
- Po
- pochen
- pocher
- pocheren
- pochet
- pochhans
- pocketcamera
- pocketvering
- poco
- POD
- podagra
- podcast
- podcasten
- podium
- podologie
- podoloog
- podotherapeut
- poedel
- poedelen
- poedelnaakt
- poedelprijs
- poeder
- poederblusser
- poederchocola
- poederdonsje
- poederdoos
- poederdroog
- poederen
- poederkoffie
- poederkwast
- poedermelk
- poedersuiker
- poëem
- poëet
- poef
- poeh
- poeha
- poeier
- poeieren
- poekelen
- poel
- poelepetaat
- poelet
- poelie
- poelier
- poelsnip
- poema
- poëma
- poen
- poenig
- poep
- poepdoos
- poepeloerezat
- poepen
- poeper
- poeperij
- poepie-
- poer
- poeren
- Poerim
- poes
- poesiealbum
