Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie B
- bijeenrapen
- bijeenroepen
- bijeenzijn
- bijeenzitten
- bijenangel
- bijencel
- bijeneter
- bijenhouder
- bijenkap
- bijenkast
- bijenkolonie
- bijenkoningin
- bijenkorf
- bijenmasker
- bijenstal
- bijenteelt
- bijenvolk
- bijenwas
- bijenwolf
- bijenzwerm
- bijfiguur
- bijgaand
- bijgebouw
- bijgedachte
- bijgelegen
- bijgeloof
- bijgelovig
- bijgeluid
- bijgenaamd
- bijgerecht
- bijgeval
- bijgevolg
- bijgoochem
- bijhebben
- bijholte
- bijhouden
- bijhuis
- bijkaart
- bijkans
- bijkantoor
- bijkeuken
- bijkleuren
- bijklussen
- bijknippen
- bijkomen
- bijkomend
- bijkomstig
- bijkomstigheid
- bijl
- bijl.
- bijlage
- bijlange
- bijlappen
- bijlbundel
- bijleggen
- bijles
- bijlichten
- bijltje
- bijltjesdag
- bijmaan
- bijna
- bijna-doodervaring
- bijnaam
- bijnier
- bijnierschors
- bijoogmerk
- bijou
- bijouterie
- bijpassen
- bijpassend
- bijpraten
- bijproduct
- bijpunten
- bijrijder
- bijrol
- bijschaven
- bijschenken
- bijscholen
- bijscholing
- bijschrift
- bijschrijven
- bijschrijving
- bijslaap
- bijslag
- bijslijpen
- bijsloffen
- bijsluiter
- bijsmaak
- bijspijkeren
- bijspringen
- bijstaan
- bijstand
- bijstandsmoeder
- bijstandstrekker
- bijstandsuitkering
- bijstandswet
- bijstellen
- bijstelling
- bijster
- bijsturen