Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie S
- sportiviteit
- sportjournalist
- sportkeuring
- sportkleding
- sportkous
- sportleider
- sportliefhebber
- sportman
- sportnieuws
- sportpaleis
- sportpark
- sportrubriek
- sportschool
- sportteam
- sportterrein
- sportuitslagen
- sportverdwazing
- sportvereniging
- sportvisser
- sportvisserij
- sportvlieger
- sportvliegtuig
- sportvrouw
- sportwagen
- sportwedstrijd
- sportwereld
- spot
- spotdicht
- spoten
- spotgoedkoop
- spotkoopje
- spotlach
- spotlight
- spotlust
- spotmarkt
- spotnaam
- spotprent
- spotprijs
- spotschrift
- spotten
- spottenderwijs
- spotter
- spotternij
- spotvogel
- spotziek
- spotzucht
- spouw
- spouwmuur
- SPQR
- spraak
- spraakafzien
- spraakcentrum
- spraakgebrek
- spraakgebruik
- spraakherkenning
- spraakklank
- spraakkunst
- spraakkunstig
- spraakleraar
- spraakles
- spraakmakend
- spraakorgaan
- spraakstoornis
- spraaksynthese
- spraakvermogen
- spraakverwarring
- spraakwater
- spraakwaterval
- spraakzaam
- sprak
- sprake
- sprakeloos
- spraken
- sprank
- sprankelen
- spray
- spread
- spreadsheet
- spreekbeurt
- spreekbuis
- spreekcel
- spreekgestoelte
- spreekhoorn
- spreekkamer
- spreekkoor
- spreekoefening
- spreekrecht
- spreekstalmeester
- spreekster
- spreektaal
- spreektalent
- spreektijd
- spreektrant
- spreektrompet
- spreekuur
- spreekvaardig
- spreekverbod
- spreekwijs
- spreekwoord
- spreekwoordelijk
