1 als een -tje, slanguitdr. voor ‘dronken’. Wellicht gevormd van toeterlazarus of toeterzat ‘in hoge mate dronken’. Syn. als een balletje.
... want ik was lam. Toeterzat. (Rinus Ferdinan- dusse: De zoon van ouwe klare, 1969)
En toch drink ik vandaag geen druppel sherry meer, besloot Sita. ’t Idee min of meer toeter te zijn als Parel straks kwam aanzetten, was te gek. (W. F. Hermans: Uit talloos veel miljoenen, 1981) Jan Adriaan naar de kokschool, want dat leek hem wel wat. Als twaalfjarig ventje kwam hij daar voor het eerst in aanraking met alcohol. ‘Hoi. Gaan!
Dat was in de klas al bingo. Dan was ik als een toetertje. Whiskey, alles, mixen maken, gezellig.’ (Ak- tueel, 07/11/91)
2. hou je-, hou je mond; zwijg. Slanguitdr.
Syn. broodmolen dicht!
Zo, nou zelle ze ’m niet vinde... hou je toeter ’s. (Johan Fabricius: Het meisje met de blauwe hoed, 1972,14de druk)
3. -sen bellen, allerlei franje, snufjes, overbodige versieringen; niet essentiële, maar aantrekkelijke elementen; gimmicks. Wellicht oorspr. slang uit het leger, waar deze uitdr. gebruikt werd (wordt?) als aanduiding voor ‘groot model decoraties’. Mariniers gebruiken het als ben. voor de uitmonstering met alle tressen en onderscheidingstekens e.d. die officieren op het groot tenue dragen (Harmsen).
In het slang van politieambtenaren en ambulancepersoneel is het ook een schertsende ben. voor de sirene en de zwaailichten. In de tertiaire sector wordt toeters en bellen dan weer gebruikt in de zin van ‘beloningen’. Vgl. de Am.- Engelse uitdr. bellsand whistles{in de loop van de jaren zeventig opgekomen) met dezelfde bet. ‘bepaalde extra’s’.
Het is een van de weinige geestige momenten waarvoor Miller nu eens niet een heel arsenaal aan toeters en bellen laat aanrukken. (Oor, 14/11/87) Huizing wil geen presentatie met ‘toeters en bellen’. De huidige, rustige presentatie heeft een niveau dat wij wel willen handhaven. (NRC Handelsblad, 13/01/89)
Hoe dan ook staat op voorhand vast dat ook zijn eventuele overgang naar de VS een met veel toeters en bellen omgeven transfer zal zijn. (Trouw, 24/06/89)
Hij kijkt vrolijk naar zijn chagrijnige buurman in de dikke auto, die - alle dure toeters en bellen ten spijt - evenmin opschiet. (Elsevier, 25/08/90)
De directie heeft nu ‘stop’ gezegd en heeft het plan ontdaan van alle overbodige ‘toeters en bellen’. (Het Parool, 20/06/91)
Ze treden af en toe op als de eerste Europese politici, en daarom is hun voorzitterschap opgetuigd
met veel toeters en bellen, feestje hier, reisje daar. (Vrij Nederland, 05/10/91)
Dat is een automatisch zoeklicht dat vanzelf richt en aanflitst wanneer iemand zich niet meer kan beheersen. Toeters en bellen zodra je je lat in de aanslag hebt. (Henk Verhaeren: Zee, 1992)
Nu waren het niet de schreeuwende junks die zijn nachtrust verstoorden, maar de ‘toeters en bellen’ van de surveillancewagens. (Hans Brouns: Zeedijk. Ooggetuigenverslag van een buurtbewoner, 1993)
