1. ’m opzijn - trappen, vol gas geven (met de auto). Informele uitdr.
Hildebrand trapte hem helemaal op zijn staart. De roerige wereld van Pistolen Paul, 1968
Het verwachtingspatroon datje van een auto hebt, is afhankelijk van het aantal kilometers dat je rijdt. Voor mij is dat 100.000 per jaar en daar wil je comfort en veiligheid voor. Vooral dat laatste, want als ik in Duitsland moet zijn, trapje zo’n wagen natuurlijk wel eens op z’n staart. (Aktueel, 18/07/91)
2. op de-getrapt zijn, bet. in het voormalige Ned.-Indië ‘een geslachtsziekte opgelopen hebben’. Verouderde slanguitdr. Zie ook 3.
3. opzijn- gaan staan, vrijen, de liefde bedrijven. Staart is een slanguitdr. voor ‘mannelijk lid’ (vgl. Hoogduits Schwanz), al opgetekend in de 17de eeuw. Gerard Reve gebruikte het in deze bet. nog in zijn Verzamelde gedichten, 1987.