Gepubliceerd op 21-06-2017

Renner(d)

betekenis & definitie

de - nemen, weglopen, ervandoor gaan. Slanguitdr. Vgl. Engels slang to do a runner. Vgl. ook de kuierlatten nemen.

Zó dat hij ons zag, nam hij de rennerd, spankerde haast tegen een lange knul op en vloog naar tante Jans... (Piet Bakker: Ciske groeit op, 1943)

Neem nou gauw de renner met je rotlorre! (Willem van Iependaal: Onder de pannen, 1952)

Dan ga je een speciale cel in waar ze de hele nacht het licht laten branden, alsof ze bang zijn dat je - een paar uur voor je invrijheidstelling - nog de renner zal nemen. (De roerige wereld van Pistolen Paul, 1968)

Ik sprong vlug van die veer en nam de rennerd. (Haring Arie: Recht voor z’n raap, 1972)

Voordat hij weer een poeier kreeg nam hij ijlings de rennert. (Haring Arie: De Sarkast, 1989)

< >