1. je - met een houten been/op een stopnaald/op een houtvlot,uitdr. van ongeloof. Slang. Van Rotterdamse origine? Vgl. ammehoela/aan mijn hoela.
Je bloost. Je opoe op een houtvlot! (Some kind of wonderful, film op Ned. 1,13/09/91)
2. - (op bezoek hebben),eufemisme voor menstruatie, menstrueren (waardoor het ge-slachtsverkeer niet kan doorgaan). Ook gewoonweg bezoek hebbenof tante (Betje) op be- zoek/te logeren hebben.De metafoor van ‘het bezoek’ verwijst naar een onverwachte, maar beperkte onderbreking van de normale levenswijze.
Nederlandse vrouwen krijgen steeds vrouwelijk bezoek, in andere landen kan het ook om een man gaan. Zo zeggen Duitse vrouwen niet alleen dat ze Tante Rosa zu Besuch haben(vaak gewoonweg die Tante,soms ook die rote Tante). Ze kunnen het eveneens hebben over der Onkel aus Amerika.Ook Fransen kennen Tonele d’Amé- rique(quiestvenu).Het lukt hen om naast hun buren (les voisins)zelfs hele volksstammen op bezoek te krijgen. Les Anglais ontdébarquéis een zinspeling op de rode uniformen van de Engelse soldaten die meerdere malen het Franse moederland binnendrongen. Elle a ses Anglais bet. dan hetzelfde als opoe is op bezoek.De Engelsen beschikken over een keur aan beeldrijke uitdr. wanneer het de menstruatie betreft: AuntFlo; Charlie’s come; grandmother to stay; Har- vey’s come; my country cousins have come; the captain is at home; the Cardinal is at home(ook hier een verwijzing naar de rode kleur van het bloed); the Colonel’s come to stay.
Vgl. in het Nederlands ook nog volgende uitdr.: de clown heeft een bloedneus; de (rode) vlag hangt uit, de rode racewagen staat voor de deur; de (rode) Russen op bezoek hebben; de (vuile) week hebben;grootmoeder/grootvader te logeren hebben; het emmetje hebben; hetisfeest(week); het maandroosje bloeit, visite hebben.
Ik heb een mokkeltje hier, die opoe moet krijgen. (Harry Boting: Wie geeft me jatmous?, 1965)
‘Zuigen,’ riep ik verbaasd, ‘heb je dan visite van opoe, meid?’ (Haring Arie: Recht voor z’n Raap, 1972).
‘Gadverdamme!,’ zei Bas. ‘Ze heeft opoe op visite.’ (Hans Koekoek: Liefzijn toegestaan, 1982).
Als bij ons vroeger een vrouw één keer in de maand opoe had en ze was niet te genieten, zeiden we tegen elkaar: ‘Ach, jöh, die meid heeft bloed in haar broek.’ (Maarten ’t Hart: Onder de korenmaat, 1991)
3 - Herfst in Rotterdam,een algemene triestheid. Grietje Dirksdr. Herfst werd op 25 september 1672 te Rotterdam geboren. Ze stierf op 27 februari 1762, vijftig jaar na de dood van haar man. Haar ouderdom werd spreekwoordelijk: zo oud als opoe Herfst.
Ook titel van twee boeken over de Rotterdamse volkstaal: het eerste verscheen in 1973 onder de titel Opoe Herfst en werd samengesteld door het reclameadviesbureau Advertising Marketing + Design (verspreid door Ambo). Het bevatte woorden en uitdr. uiteen grijs verleden die zo’n dertig jaar eerder nog algemeen gebezigd werden in Rotterdam, maar die op het moment van uitgave helemaal verdwenen waren. Althans volgens de samenstellers, want vele van de lexicografische fossielen die in het dunne boekje verzameld waren, blijken nu nog steeds springlevend, of liever: ze worden levend gehouden of gereanimeerd door Nederlandse schrijvers met heimwee naar dat Rotterdam van vroeger (J.A. Deelder, om er maar één te noemen). Het tweede boek is van de hand van Jan Oudenaarden en draagt als titel De terugkeer van Opoe Herfst.Het verscheen in 1986 en refereerde niet alleen aan het populaire werkje over de Rotterdamse woordenschat, maar was tevens een vervolg op een eerder verschenen boek van deze auteur: Wat zeggie.