hem
een oude slanguitdr. uit het begin van deze eeuw voor ‘bang zijn’. Oorspr. soldatenslang. Wellicht wordt hier bedoeld ‘de aarsopening dichtknijpen’ (van de angst). Vaak versterkt met de toevoeging als een ouwe dief; als de ziekte. Zie ook hierboven in zijn knijp(ert) zitten en in zijn rikketik zitten.
Ze smaalden dat de sergeant ’em kneep voor de luitenant. (A.M.deJong: Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)
Je kan geloven dat keizer Bill ’m begint te knijpen ... (Willem van Iependaal: Kluivenduikers Doedeldans, 1937)
Zeg ’m dat maar, dan gaat ie ’m nou al knijpen as de ziekte! (Piet Bakker: Ciske groeit op, 1943)
Een beginneling, die ’m niet knijpt, deugt niet voor het vak. (Piet Bakker: Zo was het, 1962)
De mof knijpt ’m voor Churchill en voor ons. (K. Norel: Vliegers in het vuur, 1963)
Zag je hoe hij ’m begon te knijpen, die grote Freek? (Johan Fabricius: Jongensspel, 1963)
Ze knijpen hem ervoor, nou dan zorg ik er op mijn beurt voor dat ze reden hebben om ’m te knijpen. (Rinus Ferdinandusse: Naakt over de schutting, 1966)
... en iedereen knijpt em als een ouwe dief. (Ben Borgart: Blauwe nachten, 1978)
In het Groningse grensdorp Nieuweschans zijn de rollen omgekeerd: daar knijpen de honden ’m als de ziekte als de krantenbezorger komt. (Aktueel, 06/06/91)