1. Bargoens voor ‘mooi gekleed’; soms ook voor ‘slim, handig’. Al bij Koster Henke: hij loopt joven (mooi)gekloft.Vooral ook in de uitdr. er gekloft op staan‘er goed voor komen; netjes gekleed zijn’.
Sjongejonge, meheer Schammer, wat sta je er gekloft op! (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar, 1935)
... een paar geklofte jongens besloten een soort strijdgroep op te richten. (De roerige wereld van Pistolen Paul, 1968)
2. - zitten,soms gebruikt in de zin van ‘goed zitten’.
Zeg, ouwe, laten we nou in deze klapper blijven zitten. We zitten hier toch gekloft. (Harry Boting: Nog meer jatmous, 1967)