1. aan de - trekken,een liefhebber zijn van sterke drank. Syn. van aan de kurk trekken.Stoett citeert W.L. en J. Brusse: Sjofelen door Henri Har- tog(1904). De uitdr. is evenwel veel ouder en werd reeds vermeld door Harrebomée. Er moet gedacht worden aan een telkens herhaalde handeling, het voortdurend glaasjes achterover slaan. Vgl. ook stoot eens aan de wieg.
2. door de - gaan,fysiek heel wat doormaken. Vooral gezegd van sportlui. Slang.
Hij kwam een paar keer goed kapot binnen, maar nooit kapot genoeg naar mijn gevoel. Een renner als hij moet een keer goed door de draad zijn geweest. (Trouw, 22/07/93)
3. een - tappen,slanguitdr. voor ‘het afluisteren van de telefoon’ (door politie).
4. geen - geven,geen antwoord geven; helemaal niet reageren. Wellicht oorspr. marineslang (de uitdr. werd bijv. opgenomen door Harm- sen in zijn lijst van termen en zegswijzen bij de Koninklijke Marine). Draadis overigens een marineterm voor ‘marconist’.
Hij was wel zo link om geen draad te geven ... (Harry Boting: Wie geeft me jatmous?, 1965)
‘Geef verder nou geen draad,’ zei die snuiter naast me, ‘want de baas schaamt zich rot voor de klanten.’ (Haring Arie: Recht voor z’n Raap, 1972)