nog over in ’t verweende vrouwtje van Stavoren. Het had in de Middeleeuwen ook een gunstige bet., b.v. verweende jonkvrouw, of here. Vgl.: „Die verweentheid van den ghereide" — de weelde, pracht van het paardetuig, en ook: „Si waren in verweenden leven” (zij leefden in weelde). Het werkw. verweenen is gevormd van een adj. (Ohd. wahi, Mhd. wehe), dat schoon, sierlijk bet.; men had als afl. verweendelijk (verweend) — op een schoone, sierlijke, weelderige manier; rijkdom of weelde tentoonspreidend. Zoo kreeg het de ongunstige bet. van: al te weelderig, brooddronken, trotsch.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk