Gepubliceerd op 20-07-2020

Stuwen

betekenis & definitie

van den Idg. wt. stu (met staan en steunen verwant) : stijf worden, tot staan brengen (zie Sturen) ; stuwen bet. dus : tot stilstand komen ; het afstroomende rivierwater wordt door den vloed opgestuwd; een stuw in een beek. Hieruit ontstond de bet. : opeenhoopen van water, later als scheepsterm ook opeenstapelen : stuwen of stouwen ; het pakgoed stouwen = in ’t ruim opstapelen ; de werking heet stuwage en de man, die de werkkrachten er voor levert : stuwadoor. — Stuwen van ’t water is ook synoniem met opdringen, samenpakken ; vandaar fig. de volksmenigte werd voortgestuwd = opgedrongen.

< >