Gepubliceerd op 20-07-2020

Spit

betekenis & definitie

(aan ’t spit braden; ook: schop, spade) houdt men voor een afl. van den wt. spi = spits zijn (zie Spier). Spitten is: met een spit werken, d. w. z. met een spits werktuig, daar de oudste vorm van grond „spitten” (d. i. voor de komst der Romeinen) eenvoudig hierin bestond, dat men den bodem met een spitsen stok of steen wat omwoelde. — Het onderspit delven is: het onderste spit graven, dus het moeilijkste werk doen (men moet daarbij immers de uitgegraven aarde omhoog werpen).

< >