(kleedingstuk, voorschoot), van ’t Lat. excurtus (van curtus = kort); dus: het korte kleed. — Schorten (opschorten) is letterlijk: het kleed als een schort opnemen, inkorten; vandaar ook: de behandeling van een of ander onderwerp opschorten, inkorten; ten laatste ook: uitstellen, nalaten. — Ook schorsen, dat eveneens van excurtus komt, kreeg een zelfde bet.: de vergadering schorten, iemand schorsen (zijn bediening doen ophouden). — Ook het werkw. schorten in de bet. van ontbreken behoort hierbij, bijv: „Wat schort U ?” (= wat ontbreekt U?): het ziet nl. op het kort of te kort zijn, dus op een ontbreken, een gebrek.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk