Definities van Keur van Nederlandsche woordafleidingen in de Ensie D
- Daalder
- Dag
- Dagen
- Dalen
- Dame
- Damp
- Dank
- Darm
- Datum
- Dauw
- Deeg
- Deemoed
- Deftig
- Delven
- Dempen
- Denken
- Deugd
- Deun
- Deur
- Dicht
- Dichter
- Diefstal
- Dienen
- Diep
- Diets maken
- Dijen; dijgen
- Dikwijls
- Ding
- Dinsdag
- Disch
- Dobber
- Doemen
- Doen
- Doggersbank
- Dokter
- Dol
- Domper
- Donderen
- Dood
- Doodarm
- Doof
- Dooien
- Doorn
- Dorp
- Dorschen
- Dorst
- Dozijn
- Draaien
- Draak
- Dreef
- Drentelen
- Dreumes
- Driegen
- Droom
- Ducaat
- Duiken
- Duim
- Duin
- Duit
- Duitsch
- Duivel
- Duizelen
- Dun
- Duren
- Dusdanig
- Dwaas
- Dweil
- Dwingen
