Gepubliceerd op 20-07-2020

Bolwerk

betekenis & definitie

een woord van Duitschen oorsprong en in vele andere talen overgenomen, b.v. Fr.: boulevard (ouder: boulever); Russisch: bolverk. Er gelden voor ’t eerste lid bol twee afleidingen; de eerste is deze. Bolzverk bet. oorspr. werp-machine; dan zou bol afgeleid zijn van ’t Middelhoogd. boln = werpen. Maar in de hedendaagsche bet. laat bol zich beter verklaren uit een andere bet. van bol, n.l. boomstam of tronk, in Vlaanderen ook bul, b.v. ,,een bul in planken zagen” (verwant zijn: balk en blok)', in deze afl. bet. bolwerk dus: het verdedigingswerk, verkregen door middel van boomstammen, evenals b.v. een blokhuis. ,,Men maecte van den boomen bloc-huysen ende bollewercke”. Mogelijk is ’t ook, dat uit de eerstgenoemde bet. „werpmachine” later ook de tweede bet. ontstond, n.l. de plaats; het versterkte punt dus; b.v. „naar het bolwerk gaan”, waarin beide beteekenissen voorkomen.

< >