Wessel Couzijn geb. Amsterdam 17 juni 1912. Woonde en werkte o.m. in Parijs, Rome, New York (U.S.A.): thans in Amsterdam.
Leerling van de Rijksakademie te Amsterdam o.l.v. J. Bronner. Schildert, tekent (ook pen), etst, lithografeert, vooral beeldhouwer, werkt in brons, steen en terracotta. Trant: abstrakt-expressionisme. Indrukwekkend en belangrijk Nederlands beeldhouwer. Lid van de Kon. Vlaamsche Akademie en de B.B.K., vakgroep voor Beeldhouwers.
Verkreeg de Prix de Rome 1936, de David Roëll Prijs, de Ned. Staatsprijs in 1955 en 1967 en de Benelux-prijs. Gaf les aan F.E.A. Benjamins, F.D.M. de Boer, J.G.M. Coppens, jkvr. M.E. van der Does de Willebois, J.F.W. Giessen, A.Haijtsma, N. Jonk, G.A.J. de Laaf, E. Meijns, H. Mol, G.C. van Norden, W.J.M.Th. van der Put.
Tentoonstelling Stedelijk Museum Amsterdam (10-5 t/m 30-6-1968). Haags Gemeentemuseum: tekeningen, w.o. verdrinken 1957, ontwerp monument voor de onbekende politieke gevangene 1952. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: kaartspelers (brons, 1947): vliegende figuur (brons. 1957): drie tekeningen.
Stedelijk Van Abbemuseum Eindhoven: 12 litho’s. Rijkscollectie: vrouwenkop (marmer), ontw. gedenk reliëf 1945 (gips), de badstoel. 1948 (terracotta), gezichtsmasker (gips), vluchtende Joden, 1951 (brons reliëf), bronzen t.w. de kaartspelers 1947, Willem Reijers 1952, vliegende figuur 1957, gekluisterde hartstocht. 1955: de verlichte despoot, beeldhouwwerk voor ‘De Mijlpaal’ Arnhem 1950, the trip 1960 (ets) en ander grafisch werk.
K.E. Schuurman, ‘Wessel Couzijn',(uitg. J. M. Meulenhoff Amsterdam 1967).
