Gepubliceerd op 14-02-2019

Michiel van den broek

betekenis & definitie

Michiel van den Broek geb. Dordrecht 1778, overl. Dordrecht 25 april 1853. Leerling van A. Lamme en J. B. Scheffer, oefende zich verder door het kopiëren van landschappen van oude meesters.

Heeft verscheidene landschappen geschilderd in de trant der grote meesters. Later ging hij over tot het restaureren van oude schilderijen. Was lid van het genootschap ‘Pictura’ te Dordrecht.

Tentoonstellingen te Haarlem in 1825, te Amsterdam en Den Haag van 1819-1837: landschap met kasteel; riviergezicht bij maanlicht; soldaat, zich ter inkwartiering meldend (kaarslicht); visverkoper; gezicht op de veerpont bij avond; slager met melkmeisje; interieur van een herberg; enz. Rijksprentenkabinet Leiden; twee landschappen (tekeningen). Gemeentearchief Dordrecht (verz. Mr. S. van Gijn): enige tekeningen, aquarellen. Museum Mr. Simon van Gijn Dordrecht: de Vrieze Poort; gezicht door de Riedijkse Poort.

Immerzeel; Kramm; Kunstkronijk 1843I44 (blz. 24); Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek II; Scheen; Thieme-Becker; Wurzbach.

< >