Gepubliceerd op 21-02-2019

John greenwood

betekenis & definitie

John Greenwood geb. Boston (N.A.) 7 december 1727, overl. Margate 15 september 1792. Leerling van M. Elgersma (graveren).

Schilderde, graveerde en etste portretten, aquarelleerde ook marines, soms in O.I. inkt. Maakte in 1752 in Suriname tekeningen van planten en dieren in opdracht van de Nederlandse republiek, leerde in 1758 te Amsterdam graveren o.l.v. Elgersma, in 1761 in Alkmaar (schilderde daar ongeveer 33 portretten), vertrok in 1763 naar Parijs en daarna naar Engeland (Londen).

Westfries Museum Hoorn: man met viool (pasteltekening gem. J. Greenwood. del 1761). Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen. Rijksprentenkabinet Leiden: 4 tekeningen.

Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek III; Scheen; Van Hall; Waller; Wurzbach.

< >