Gepubliceerd op 21-02-2019

Johannes cornelis van essen

betekenis & definitie

Johannes Cornelis van Essen (‘Jan’) geb. Amsterdam 25 januari 1854, overl. Scherpenzeel 23 mei 1936. Woonde en werkte in Amsterdam, Arnhem 1879, Scherpenzeel 1892-1897, Den Haag 1899, Scherpenzeel van 1920 af.

Leerling van P. F. Greive en H. Valkenburg, invloed van J. Swan. Schilderde landschappen, portretten en genrestukken, na 1885 hoofdzakelijk dierstukken; heeft ook geëtst en gelithografeerd. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan J. B. Hoog.

Tentoonstellingen te Amsterdam. Den Haag. Haarlem (in 1879) en Arnhem van 1873-1903: mansportret: in vertwijfeling; na het werk; op het stadhuis; het dagelijks brood; enige landschappen (aquarellen); vogels, w.o. een gier: een maraboe; een tijger: leeuwen: hazen: trekhonden; landschappen, w.o. heidegezichten; enz. Stedelijk Museum Schiedam: eendjes aan de slootkant (aquarel).

Museum Willet-Holthuysen Amsterdam: vogelstudie (aquarel); hondenstudie (sepiatekening). Stedelijk Museum Amsterdam: enige bruiklenen, w.o. Daniël in de leeuwenkuil. Rijksprentenkabinet Amsterdam: een tekening.

Haags Gemeentemuseum: een dode reiger. Rijksmuseum H. W. Mesdag Den Haag: in de duinen te Bergen (gem. Jan van Essen). Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: 3 tekeningen.

Elsevier 1897 (XIV, H. M. Krabbé): Luns: Lurasco; Maandblad voor Beeldende Kunsten (januari 1924-bl:. 12); Plasschaert; Schildersboek 1900 (deel IV); Scheen; Thieme-Becker: Van Hall I; Waller; Wurzbach.

< >