Johan Mari Henri ten Kate (‘Mari’) geb. Den Haag 4 maart 1831, overl. Driebergen 26 maart 1910. Leerling van zijn broeder H. F. C. ten Kate, van de Akademie v. B.K. in Den Haag en van de Haagse Houtgraveerschool.
Vertrok 19 jaar oud naar Amsterdam (1850-1871); werd in 1852 lid van de Kon. Akademie te Amsterdam; vervolgens voor landschapstudie naar Oosterbeek en Elst, daarna naar Marken en later naar Parijs. Van 1871-1905 in Den Haag werkzaam, daarna in Driebergen. Raadgevingen aan jhr S. M. S. de Ranitz. Signeerde Mari ten Kate. Heeft reizen gemaakt naar Frankrijk (Parijs), Engeland, Italië, en Nederlands Oost-Indië.
Schilderde in- en exterieurs met figuren, meestal kleine kinderen en jachttaferelen.
Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1849-1903: verdwaalde kinderen in het bos; jachttafereel bij Haarlem; wildmarkt; de kinderen van de dorpsmuzikant; de fotograaf in het dorp; jachtpauze op Het Loo; kinderen in de winter; de geleende wieg; kleine kinderen op de heide; en enkele gezichten op Java. Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen. Teylers Stichting Haarlem: spelende kinderen (aquarel). Museum Paul Tetar van Elven Delft: spelend kind in rolwieg. Museum Fodor Amsterdam: twee kinderen bij een eendenhok (sepiatekening). Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: een tekening.
Hist. Galerij I (blz. 49); Kunstkronijk 1849 (blz. 8). 1865 (blz. 62); Luns; Lurasco; Marius; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller; Wurzbach.