Eduard Gerdes (‘Ed’) geb. Amsterdam 3 januari 1887, overl. Den Haag 10 mei 1945. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1921, Laren (N.H.) tot 1942, van 13 februari 1942 in Den Haag.
Werkte tijdelijk in Heeze (N.B.) 1905-1909, Moll (België) 1910, Brugge 1911 en Ned. Indië 1915-1916. Leerling van F. W. M. Deutmann (1903-1905) en van K. van Leeuwen (etsen, 19x4).
Kunstschilder, ambtenaar aan het Departement voor Volksvoorlichting en Kunsten in Den Haag. Schilderde, aquarelleerde, tekende en etste; maakte aanvankelijk kopieën naar Van Eyck, Scorel, Frans Hals enz., later figuren, portretten, kerkinterieurs, stillevens, landschappen enz. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ en ‘St. Lucas’ te Amsterdam en van de Gooise Schildersvereniging.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Thieme-Becker; Van Hall II; Waller.
