Wilson - 1) Ernest Henry, tuinbouwkundige en beroemd invoerder van nieuwe planten, geb. te Birmingham. Na eenige jaren in den plantentuin aldaar en later in den botanischen tuin te Kew bij Londen gewerkt te hebben, kreeg hij van de firma Veitch opdracht, bepaalde nieuwe planten uit Z.W.-China in te voeren. Hij vertrok in April 1899, om zich voor te bereiden onder leiding van prof. Sargent te Boston en van Dr.
Henry te Hong-kong, waarvoor een jaar was toegestaan. W. keerde in April 1902 terug en had alle opdrachten uitgevoerd. In Januari 1903 begon zijn 2de reis naar China en ook nu was de uitkomst gunstig. In 1907 en 1910 deed W. nog 2 reizen naar China, doch nu in dienst der Harvard-University (N.-Amerika). De aldus door W. ingevoerde planten zijn door prof.
Sargent beschreven in de: Publications of the Arnold Arboretum onder den titel: Plantae Wilsoniae, 3 vol. Daarin komen 2716 soorten heesters voor, waarbij 382 nieuwe soorten en 4 nieuwe geslachten. Te zamen leverden de 4 reizen een aanwinst van 521 nieuwe soorten en 356 nieuwe verscheidenheden! W. beschreef zijn reizen in: A naturalist in Western-China (1914, 2 vol.). In 1917 doorzocht W. in opdracht van het Arnold Arboretum, de Liu-Kiu eil. bij Japan. In 1920 werd een reis begonnen naar N.-Zeeland en Australië, waarbij ook tevens Z.-Afrika en Indië bezocht zullen worden.
2) Sir Henry Hughes, Eng. veldmaarschalk en staatsman, geb. 1864 te Edgaworthstown (Ierland), vermoord te Londen door Iersche sluipmoordenaars (1922), nam in zijn militaire loopbaan o. a. deel aan de Birma-expeditie (1885-89), den Boerenoorlog en den Wereldoorlog. In den laatsten eerst als sous-chef van den generalen staf onder Lord French, daarna als verbindings-officier met de Franschen. In 1917 werd hij tot militair vertegenwoordiger te Versailles benoemd en ’t volgend jaar tot chef van den generalen staf en tot lid van het oorlogskabinet. Zijn benoeming tot veldmaarschalk volgde in 1919.
3) Horace Hayman, Engelsch oriëntalist en medicus, 1786-1860; vertoefde 1808-1832 in Indië; van 1832 af was hij prof. te Oxford; als president der Londensche Asiatic Society publiceerde hij: Vishnu-Purâna (Londen 1840), omvangrijk werk over Indische mythologie; werken: Sanskrit-English dictionary (3de dr. 1880), Theatre of the Hindus (3de dr. 1871). Een kritische uitgave van al zijn werken leverde Rost (12 dln., 1862-71).
4) Sir John, 1741-93, Eng. wiskundige en rechtsgeleerde, beoefenaar van de getallentheorie. De stelling van W. luidt: het getal 1 x 2 x 3 x….(p-1) + 1 is deelbaar door p, als p een ondeelbaar getal is.
5) Thomas Woodrow, 28ste president der V. St., geb. 1856 te Staunton (Virginia) van Schotsche afkomst — zijn grootvader kwam in ’t begin der 19de eeuw uit Ulster over — studeerde in de rechten te New-Yersey, was, na eenige jaren van advocaten-practijk, van 1885-1910 hoogleeraar aan verschillende universiteiten, het laatst van 1890 af in rechtsgeleerdheid aan de Princeton-University te New-Yersey, welke academie hem in 1902 tot president verkoos, in welke functie hij aan den clubgeest, die er onder de rijke studenten heerschte, door voorschriften een eind maakte. In 1910 werd hij tot gouverneur van New-Yersey benoemd. Als 22-jarige had hij in de International Review een studie geschreven over de Kabinetsregeering in de V. St., in welke studie hij zijn democratische beginselen blootlegde. Gedurende zijn 3-jarig gouverneurschap voerde hij een wet tegen het koopen van ambten in alsmede een nieuwe kieswet. Bij de presidentverkiezing in 1912 behaalde hij als democraat de overwinning op de verdeelde republikeinen. Al spoedig na de aanvaarding van zijn ambt (1913) werd W. de leider van de internationale politiek trots de Monroe-leer. In 1914 teekenden Engeland, Frankrijk, Italië en Scandinavië tractaten van arbitrage met de Unie; in 1915 stelde hij een conferentie van zes staten van Zuid- en Midden-Amerika in, om uitspraak te doen in het sinds 1913 bestaande conflict met Mexico. Bij het uitbreken van den Wereldoorlog kondigde hij Amerika’s onzijdigheid af, al bleek zijn neiging voor de geallieerden telkens; toen in 1915 de duikbootenoorlog (Mei 1915 de Lusitania getorpedeerd) de vrijheid van de zee bedreigde, nam de oorlogsgeest in de Ver.
St. toe en W., in 1916 herkozen als president, verbrak de betrekkingen met Duitschland, toen dit den onbeperkten duikbootenoorlog was begonnen (Febr. 1917). Zijn idealistisch streven bij ’t uitbreken van den oorlog getrouw, om wereldscheidsrechter te worden en de wereld een beteren vrede te brengen, ontwikkelde hij ter gelegenheid van de vredesonderhandelingen te Brest-Litowsk (Januari 1918) — welken vrede hij het bedriegerswerk van een eerlooze regeering noemde — zijn programma van vrede in de z.g. 14 punten. Hierop hoopte hij bij den wapenstilstand in November 1918 den vrede te bouwen. Doch hij wist ze na ’t einde van den oorlog, daar bij de bondgenooten zijn kracht meer lag in het Amerikaansche leger dan in zijn persoonlijkheid, niet te handhaven op de Conferentie te Parijs tegenover Lloyd George en Clemenceau. Het verdrag van Versailles (Juni 1919) werd niet de Wilsonsvrede.
Tot den Volkenbond (zie ald.), waarvoor hij in Febr. 1919 de conferentie een ontwerp aanbood, traden de Ver. St. niet toe. In 1920 stelde hij zich niet herkiesbaar. Na een zware ziekte wijdde hij zich voortaan in New-York aan de rechtspractijk. Van zijn hand verscheen o. a.: The State: Elements of Historical and practical Politics (1889); The State and Federal Government of the United States (1891); George Washington (1896); A History of the American People (5 dl., 1902); Constitutional Government in the United States (1908); The New Freedom (1916). „Memoirs” over de Parijsche Conferentie van hem zijn ter perse, stukken eruit reeds in dagbladen verschenen.